Artikel
Interview met Noor Sloterdijk
Interview met Noor Sloterdijk
In een discussie met D&I-expert Aiman Hassani, spreekt Noor Sloterdijk, een musicoloog en het aanspreekpunt van Code Diversiteit & Inclusie, over de noodzakelijke systeemverandering voor het bevorderen van diversiteit, gelijkwaardigheid, en inclusie in de culturele sector. Sloterdijk wijst op de bestaande weerstand tegen verandering vanwege angst voor het onbekende maar ziet deze verandering als een kans voor artistieke vernieuwing. Ze benadrukt het belang van zelfreflectie en het aanpakken van machtsstructuren die in- en uitsluiting bevorderen. Sloterdijk deelt haar ervaringen uit de operawereld, waar de canon voornamelijk werken van witte, Europese mannen omvat, en pleit voor een breder repertoire dat reflecteert op de huidige diverse samenleving, vooral bij organisaties die publieke fondsen ontvangen. Ze benadrukt dat diversiteit niet alleen gaat om het toevoegen van nieuwe mensen met verschillende achtergronden, maar ook om het behouden van diversiteit, en het werken aan inclusie en gelijkwaardigheid. Sloterdijk moedigt aan tot het nemen van concrete acties, en hoewel er vooruitgang is geboekt, erkent ze dat er nog veel werk aan de winkel is. Ze ziet een toekomst waarin de culturele sector toegankelijk is voor iedereen, gebaseerd op gelijkwaardigheid, en benadrukt het belang van het erkennen van makers als het kapitaal van de culturele sector, die zich nu vaak moeten aanpassen aan grote culturele instituten in plaats van zich te concentreren op hun kunst.
Aiman Hassani werkt als D&I-expert aan het verbeteren van de diversiteit en inclusiviteit, maar doet dit belangrijke werk natuurlijk niet alleen. Daarom geeft hij graag het woord aan anderen in de D&I-space. Vandaag vertelt musicoloog en aanspreekpunt van de Code Diversiteit & Inclusie, Noor Sloterdijk over de stappen die er nog te nemen zijn in de culturele sector.
‘Diversiteit, gelijkwaardigheid en inclusie zullen de sector op veel manieren verrijken’
Om bij een gelijkwaardige culturele sector te komen, moet er systeemverandering plaatsvinden, schetst Noor Sloterdijk, aanspreekpunt van de Code Diversiteit & Inclusie. En juist daar zit veel weerstand: er is een hardnekkige angst voor het onbekende. Sloterdijk ziet de verandering juist als een grote artistieke kans en moedigt organisaties aan om aan de slag te gaan.
Voorbij de horizon
‘Hoewel er stappen in de goede richting worden gezet, is de culturele sector nog steeds geen goede afspiegeling van de diversiteit van Nederland. Het is tijd om voorbij het schetsen van mooie horizonnen in beleidsplannen te gaan en concrete acties te ondernemen. Maar dat blijken organisaties heel moeilijk te vinden, onder meer vanwege angst voor verandering.
Machtsstructuren
Bovendien gaan diversiteit en inclusie feitelijk over systemen van in- en uitsluiting: er worden machtsstructuren blootgelegd. Wie neemt welke ruimte in? Wie heeft er toegang en wie niet? Dat zijn geen ‘gezellige’ gesprekken, zoals Aminata Caïro dan zegt, en worden daarom niet zelden vermeden. Maar op die manier zal er natuurlijk geen werkelijke verandering plaatsvinden.
Canon
Ik heb zelf een achtergrond als musicoloog en in mijn onderzoek richt ik mij ook op muziek of de culturele sector meer breed in relatie tot diversiteit en inclusie. Ik heb daarnaast een tijd lang in de operawereld gewerkt; een sector waar ook nog heel veel moet gebeuren. In de operawereld is de canon bijvoorbeeld heel hardnekkig, die voornamelijk bestaat uit werk van witte mannen met een Europese achtergrond.
Historisch construct
Die hoeven we echt niet te ‘cancelen’, maar we moeten wel erkennen dat de canon ook een historisch construct is. Het is slechts een deel van al het moois dat er was. Daarnaast moet je je als organisatie ook gewoon op je eigen manier tot de diversiteit van nu verhouden, zeker als je gesubsidieerd wordt met publiek geld. Voornamelijk werken van witte mannen uitvoeren die niet zelden een hele expliciete witte, westerse, patriarchale blik op de wereld hebben is dan niet de juiste manier, in ieder geval niet als je substantiële bedragen publiek geld ontvangt.
Artistieke impuls
Maar behalve sociale rechtvaardigheid moeten we vooral ook niet uit het oog verliezen wat een enorme artistieke impuls het oplevert om andere werken uit te gaan voeren, of om anders met bestaande werken om te gaan zoals bijvoorbeeld regisseur Lotte de Beer doet. Maar dat moet je dan wel willen zien.
1 procent
Als je wilt dat er op alle lagen van de culturele sector de maatschappij gerepresenteerd wordt, dan zul je kritisch moeten kijken naar hoe de ruimte verdeeld wordt. En dat gaat niet zozeer om percentages, want ook de kleinste 1 procent kan hele interessante perspectieven en kunst bieden. Het gaat om de nieuwsgierigheid naar elkaar.
Verschillende achtergronden
In de kern gaat het over het decentraliseren van de norm. Nu is deze in alle lagen enorm overheersend en alles bepalend. En dat gaat niet alleen om culturele diversiteit, maar bijvoorbeeld ook om mensen met een beperking. Als jij prikkelgevoelig bent en je gaat naar een festival, dan moet je vaak een koptelefoon meenemen en je dus aanpassen aan de niet-beperkte norm. Eigenlijk zou er daarom een prikkelarme ruimte voor jou moeten zijn zodat jij op een gelijkwaardige manier – waarbij er dus gelijke behandeling is afgestemd op ieders verschillende achtergrond – aan dat festival kunt deelnemen.
Behoud van diversiteit
Om naar een meer diverse culturele sector toe te werken, gaat het dus niet om het alleen toevoegen van nieuwe mensen met andere achtergronden. Het gaat ook om het behouden van diversiteit. En daarom is het naast diversiteit, ook belangrijk om aan inclusie en gelijkwaardigheid te werken. Dus hoe er met die verschillen wordt omgegaan.
In de praktijk brengen
Vanuit Code Diversiteit & Inclusie werken we met de hele culturele sector. Ik zie dat er stappen worden gezet in de culturele sector, door wat we terugkrijgen van makers en door de initiatieven die we zien ontstaan. Maar ik merk ook dat er nog veel moet gebeuren. Dat horen we ook van organisaties, die het lastig vinden om tot concrete stappen over te gaan. Je kunt veel opschrijven, maar uiteindelijk moet je het in praktijk brengen. Het is zeker al anders dan tien jaar geleden, maar er moet nog steeds veel gebeuren.
Toekomst
Diversiteit en inclusie zijn nooit af. Het is mooi als we een echt toegankelijke sector hebben voor iedereen, gebaseerd op gelijkwaardigheid. En ook dan zul je dat moeten bewaken. Maar wie weet hoe de maatschappij en de culturele sector er over 30 jaar uit zien? Zijn al die instituten er dan bijvoorbeeld nog?
Makers zijn het kapitaal
Wat ik heel jammer vind is dat ik zie dat veel makers, kunstenaars, nu vooral bezig zijn met aan de poorten rammelen van grote culturele instanties. Om een voet tussen de deur te krijgen, het beeld meer divers. Het is zonde dat dat nodig is, die makers moeten bezig zijn met kunst. Kunstenaars bewegen zich nu vaak om de instituten heen. De grote instanties bepalen, en makers passen zich daarop aan om erin mee te kunnen. Daar zie je een grote ongelijkwaardigheid waar veel makers moeite mee hebben. Het is belangrijk dat de culturele sector dit inziet. De makers zijn het kapitaal, in de brede zin. Als we dat erkennen, kunnen er mooie dingen tot stand komen.’
Meer lezen? Klik hier voor het interview met onderzoeksjournalist en auteur Zoë Papaikonomou of hier voor het interview met Aiman Hassani zelf.